Het lijkt wel of alleen de nebbiolo- en de barberadruif bestaan als het over de Piemonte gaat. Terwijl er prachtig wit wordt gemaakt. En ook nog op redelijk grote schaal. Er zijn hele dorpen zijn gewijd aan deze kleur druif. Aan het enthousiasme van de wijnboeren ligt het niet. Je voelt de pure passie, als je de Erbaluce di Caluso wijnmakers spreekt. Proberen? Pas op, dit zijn wijnen voor mensen die van een avontuur in het glas houden. Want het zijn geen alledaagse allemansvrienden.
Erbaluce di Caluso
Bij de naam Erbaluce di Caluso denk je eerder aan een Italiaanse cultfilm met Sofia Loren in de hoofdrol dan aan wijn. Maar het is een wijngebied, geheel gewijd aan een blonde beauty: de erbaluce druif. Hier maakt men zeer uiteenlopende wijnen, allemaal onder de noemer Erbaluce di Caluso. Ze varieren van energiek mousserend, naar mineraal fris wit tot passito: weelderig zoet met een verrukkelijke spanning qua zuren. Een druif dus, waar je veel mee kunt. De herkomst is het uitgestrekt gebied vanaf de heuvels Canavese, verder naar het zuiden toe, van Ivrea tot aan Caluso en rond het meer van Viverone.
Een druif, drie soorten wijn
Opvallend is dat er in dit gebied nog veel pergola’s te zien zijn. De producenten die we spreken tijdens een presentatie van deze wijnen leggen uit dat dit vanwege bescherming tegen de zon is. Ze worden vooral gebruikt voor de druiven die bestemd zijn voor de mousserende wijnen. Het behoud van zuren is hier essentieel Er is wel een langzame overgang naar guyot geleide druivenstokken. Dit heeft als neveneffect een lagere productie. De opbrengst mag nu nog maximaal 120 hectoliter per hectare opleveren.
De rode draad bij alle Erbaluce wijnen is hun frisse zuurgraad.
De frisse zuren zijn inderdaad bij alle geproefde wijnen goed te proeven. Noodzakelijk uiteraard bij demousserende wijnen, maar toch is mijn favoriet de Calliope Brut van het huis Cieck. Deze is iets zachter qua zuur en fijn crèmig. Een fijne, maar toch frisse Spumante met gedeeltelijke houtrijping. Net even een tikkeltje meer complex met de smaken van een gedroogd appeltje en abrikoos. Alle mousserende wijnen krijgen 36 maanden rijping op de lies. Ook zijn ze allemaal gemaakt met methode traditionelle. Ook de gewone witte wijn kenmerkt zich ook door intense frisheid en citrus. Verder groene kruiden, wat mint, veldbloemen en wit fruit. Lekker mineraal en sappig in de mond. Licht en elegant zijn deze wijnen. Niet echt geschikt voor bij de maaltijd, maar een fijne dorstlessende aperitiefwijn.
Sweet sweet wine
Maar dan proef ik de versterkte wijnen. Hier laat de erbaluce zich van zijn beste kant zien. De Caluso Passito aged sweet wine uit 2009 van louter erbaluce is een glas vloeibare karamel met een verrukkelijk botertje. Maar ook fris zuur en rinse smaken van een gedroogde appel, abrikoos en ander fruit. Dat komt onder andere door de pourriture noble. Maar liefst 130 gr suiker bij 14% alchol. Daar zeg je u tegen. (Cantina Bruno Giacometto) Het kan ook intenser. De cuvée van Cantina Carlo Gnavi 2007 is een intens zoete wijn met 300 gr suiker, maar prachtig in balans met zijn zuren. Hier is mokka heel aanwezig. Bij de 2006 Allladium van Santina Cleck San Giorgio ligt het accent weer anders. Sinaasappelzest is hier het duidelijks aanwezig. Het bijzondere bij al deze wijnen is dat de druiven werden opgehangen voor het indroogproces in plaats van te drogen op matten. Deze werkwijze is typisch voor het dorp San Giorgio Canavese. Daarna volgt rijping op hout. Dit soort wijnen is waar ze hier écht goed in zijn, maar helaas zit de wereld van nu niet (meer) te wachten op zoete wijn, hoe mooi ook.
Experimenteren loont!
Een visite later blijkt dat wijn van deze druif heel goed kan ouderen. Dat proeven we bij Cantina della Serra, een coöperatie met 230 leden. De wijn uit het jaar 2018 toont dat veroudering deze druif goed doet. Nog steeds frisse zuren, lekker, appelig, maar met meer intensiteit. 2016 is nog beter, romiger. Uiteraard blijven de zuren staan. 2015 is echt mooie. Fris, intens, mineraal. Gele appel, en een behoorlijke lengte. Complex en lang. Uiteraard rijst de vraag is alleen het of het de expressie is van de verschillende jaren is, of dat het het effect van de veroudering betreft. Als laatste proeven we de Caluso Passito DOC Riserva 2006. Tja, dit is toch weer heel mooi. Maar helaas is ook hier zoete wijn, hoe mooi gemaakt, op commercieel vlak geen succes. We proeven ook een vino naturale(2019). Deze is gemaakt met een maceratie van tien dagen op cement en gerijpt op amforen van hetzelfde materiaal. Het effect; een wonder van complexiteit. Het lange schilcontact geeft een absoluut bijzondere wijn met veel smaak en complexiteit. Prachtige bitters, goede lengte, fermentatie aroma’s. Het toont dat uit de box denken loont. In Nederland heeft Anderewijn.nl een mooie delicate versie, de Antoniolo Erbaluce di Caluse. Deze wijn heeft de gewenste veroudering en verdieping. De versie uit 2015 is intens qua aroma’s. Ik proef sinaasappelzest, gekonfijte peer en appel, in combinatie met een aangenaam bittertje. In de lange afdronk komt een wit pepertje naar boven drijven. Zo laat de Erbaluce zich van zijn beste kant zien.
Het is voornamelijk de Passito die enorm gewaardeerd wordt. Maar het is nogal een klus om deze te maken. Na de oogst moeten de druiven eerst tot februari, volgend op de oogstdatum, te drogen worden opgehangen voor ze geperst worden. Het ophangen is typisch voor het dorp San Giorgio Canavese. Daarna volgt rijping op hout tot november van het vijfde jaar na oogstdatum voordat er gebotteld wordt. Daarna is het nog eens zes jaar wachten op de wijn voordat deze volledig op dronk is. Niet voor ongeduldige wijnboeren dus. Maar daarna zeer de moeite waard. Dit soort wijnen is waar ze hier écht goed in zijn, maar helaas zit de wereld van nu niet (meer) te wachten op zoete wijn, hoe mooi ook.